Gehakt half om half (500 gr)

Beschrijving

Ongeveer 500 gram, gekoeld, in gasverpakking.

Hollands biologisch varkensvlees en rundvlees.

Biologische varkens hebben de kans om zon, regen, wind en als het voorkomt in Nederland, ook sneeuw te ervaren. Biologische varkens hebben namelijk het hele jaar een uitloop naar buiten. Zeugen die drachtig zijn hebben toegang tot een weide waar vaak ook een modderpoel is. Een varken kan niet zweten dus bij warme dagen is een verkoelende modderpoel zeer welkom.

Er ligt stro in de stal waar de varkens tot wel drie keer meer ruimte hebben dan hun reguliere soortgenoten. Ze hebben daglicht en frisse lucht. Ook hebben ze een schuurpaal en de mogelijkheid om te wroeten. Het voer is 100% biologisch en volledig gentechvrij. Hun krulstaart mogen ze houden en ook de tanden worden niet geknipt.

Bij het transport mogen geen elektrische dwangmiddelen worden gebruikt. Het transport van levende dieren vindt alleen binnen Nederland plaats, dus de transportduur is beperkt. Sinds 2007 worden alle biologische biggen onder verdoving gecastreerd. De biologische varkenshouders zijn hier als eerste mee begonnen.

Onzebioslager werkt samen met biologische rundvee boeren die gebruikmaken van ‘ oud-Hollandse ‘ rassen. Rassen als MRIJ, Brand-rode en de Blaarkop. Dit is een echt Nederlands ras. 
Deze runderen worden ook wel dubbel-doel koe genoemd. Ze worden gehouden voor hun melk en hebben ook alle ruimte , voornamelijk buiten in de wei, op krachten te komen en weer extra aan te sterken.
Het dubbeldoel rund is bekend om zijn heerlijke volle rundvlees smaak en diepe rode kleur.

Deze oud-Hollandse rassen zijn een dubbeldoel rund van het melk-vleestype. De bouw van het dier is solide, met mooie verhoudingen en een gepaste bespiering. De kop is gehoornd en de romp mooi gewelfd. De Blaarkop word vanwege haar opvallende verschijning ook wel heel chique ‘de koe in jacquet’ genoemd.

De kleur is egaal zwart of rood met een witte kop met ‘blaren’. De blaren (kringen rond de ogen) kunnen verbonden zijn met de hals, de vaste blaren, of als een eilandje in het wit ‘losse’ blaren zijn.
De Blaarkop is reeds lange tijd in Nederland een bekend rundertype, ze zijn al beschreven in de veertiende eeuw, toen de Nederlandse rundveestapel veel verschillende kleurschakeringen rijk was, maar er nog geen ‘rassen’ waren benoemd.

Van de Nederlandse koeien staat 30% altijd op stal. Per regio kan dat zelfs wel oplopen tot meer dan 50%. Biologische koeien staan alleen ‘s winters op stal, als het te koud is. Minimaal 60% van het voer moet van het eigen bedrijf of uit de regio komen; maximaal 40% van het rantsoen mag uit aanvullende krachtvoer bestaan. In de biologische houderij draait op natuurlijke processen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van preventieve antibiotica, geen gebruik van GMO (genetisch-gemodificeerde organisme) en geen gebruik van kunstmest.